Adolf Hitler (Braunau am Inn, 20 april 1889 – Berlijn, 30 april 1945) was een in Oostenrijk geboren Duits politicus en de leider van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Hij was rijkskanselier van Duitsland van 30 januari 1933 tot aan zijn overlijden en staatshoofd (als Führer en rijkskanselier) van 2 augustus 1934 tot eveneens aan zijn dood. Hitler is het meest bekend om zijn centrale leidende rol in de opkomst van de Duitse variant van het, oorspronkelijk Italiaanse, fascisme in Duitsland (het nationaalsocialisme), de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. Hitler veranderde Duitsland van een beginnende democratie, de Weimarrepubliek, in een totalitaire staat met hemzelf als de absolute dictator, die elke tegenstand tegen zijn regime op meedogenloze wijze de kop indrukte. Tegenstanders werden opgesloten in concentratiekampen of, zoals Ernst Röhm, vermoord. Vanaf het begin was Hitlers politiek gebaseerd op gebruik van geweld en terreur door middel van de Sturmabteilung (SA) en later de Schutzstaffel (SS). Hitlers streven om de vernederingen van de Vrede van Versailles (1919) voor Duitsland ongedaan te maken en zijn expansiepolitiek om Lebensraum voor Duitsland te creëren, leidden tot het begin van de Tweede Wereldoorlog. Een ander kenmerk van Hitlers politiek was zijn extreem-racistische nazi-ideologie waarbij een ras van als Arisch beschouwde übermenschen moest worden gecreëerd. Dat leidde tot de systematische uitroeiing van miljoenen die als untermenschen gezien werden, zoals Joden, maar ook Slavische volkeren, Roma, gehandicapten en andere niet-Joodse slachtoffers van het naziregime, in de Holocaust. Toen duidelijk werd dat Duitsland de oorlog zou verliezen gaf Hitler de opdracht dat het Duitse volk tot het einde door moest vechten en dat het de Duitse industriële complexen moest vernietigen. Zelf pleegde hij in zijn ondergrondse bunker in Berlijn zelfmoord. Aan het einde van zijn regering lagen Duitsland en een groot deel van Europa in puin en waren er tientallen miljoenen doden te betreuren. Hitler was een gedecoreerde veteraan van de Eerste Wereldoorlog. In 1919 werd hij lid van de voorloper van de nazipartij (DAP) en in 1921 werd hij de leider van de NSDAP. In 1923 pleegde hij een poging tot staatsgreep, bekend als de Bierkellerputsch bij de Bürgerbräukellerbierhal in München. De mislukte staatsgreep leidde tot de opsluiting van Hitler, een periode waarin hij zijn memoires, Mein Kampf, schreef. Na zijn vrijlating in 1924 kreeg hij steeds meer steun onder de Duitse kiezers door het promoten van pangermanisme, antisemitisme en anticommunisme met charismatische redevoeringen en propaganda. Hij werd in 1933 tot rijkskanselier benoemd en transformeerde de Weimarrepubliek in het Derde Rijk, een eenpartijdictatuur gebaseerd op de totalitaire en autocratische ideologie van het nationaalsocialisme. Het was duidelijk de bedoeling van Hitler om in Europa een Nieuwe Orde van absolute nazi-Duitse hegemonie te vestigen. Zijn buitenlandse en binnenlandse politiek had tot doel Lebensraum te scheppen voor wat hij zag als het "Arische ras". Dit vereiste de herbewapening van Duitsland, wat leidde tot de invasie van Polen door de Wehrmacht in 1939 en daarmee tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Onder leiding van Hitler bezetten Duitse troepen en hun Europese bondgenoten tussen 1940 en 1943 het grootste deel van Europa en Noord-Afrika. Vanaf 1943 drongen de geallieerde legers de Duitsers weer terug en versloegen en bezetten ten slotte Duitsland in 1945. Hitlers bewind leidde tot de systematische moord op 17 miljoen burgers, inclusief ongeveer zes miljoen Joden en tussen de 500.000 en 1.500.000 Roma.
Hitler vertrok vanwege zijn Groot-Duitse sentimenten in 1913 naar de Duitse stad München in Beieren. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak meldde hij zich direct als vrijwilliger. Hij diende vier jaar lang als ordonnans in de rang van Gefreiter,[noten 1] bij het Duitse 16e Beierse reserve-infanterieregiment en vocht onder meer bij de Eerste Slag om Ieper. Hitler raakte meermalen gewond. Bij Mesen schampte een kogel zijn voorhoofd en hij zou het latere litteken met een haarlok verbergen.[noten 2] Hij kreeg beide versies van het IJzeren Kruis maar weigerde volgens collega's promotie omdat hij zijn regiment niet wilde verlaten.[1] Na zijn demobilisatie en terugkeer in München besloot Hitler in november 1918 de politiek in te gaan. In 1919 sloot hij zich aan bij een van de talloze kleine politieke groeperingen die in Beieren welig tierden:[2] de DAP, die later de NSDAP werd. Hitler kwam aan de macht in een tijd waarin het Duitse volk leed onder werkloosheid, armoede en vernedering van de Eerste Wereldoorlog. Door het Verdrag van Versailles werd Duitsland gedwongen tot zware herstelbetalingen voor de geleden oorlogsschade. Deze verplichting drukte zwaar op het land, waardoor de Duitse economie nauwelijks heropgebouwd kon worden. Eind oktober 1929, net toen Duitsland wat begon op te krabbelen, deed de beurscrash van New York de Duitse economie opnieuw ineenstorten en Hitler greep nu zijn kans. Via een gesmeerde propagandamachine wist hij zichzelf en zijn partij zeer populair te maken en won steeds meer zetels in het parlement. Op 30 januari 1933 werd Hitler benoemd tot rijkskanselier. Hij stond aan het hoofd van een kabinet dat was samengesteld uit ministers van de NSDAP, de Duitse Nationale Volkspartij en enkele partijlozen uit het voorgaande kabinet-Schleicher. Een maand later werd het Rijksdaggebouw in Berlijn in brand gestoken. Hitler gebruikte deze brand om zijn macht te vergroten. Hij haalde president Paul von Hindenburg over om de politie meer bevoegdheden te geven met een noodverordening en de politie pakte communisten en andere vijanden of vermeende vijanden van de nazi's op. In diezelfde periode voerden de nazi's een propagandacampagne voor de Rijksdagverkiezingen van maart 1933. Ondanks alle propaganda en de uitschakeling van politieke vijanden haalde de NSDAP geen absolute meerderheid, de partij kreeg 43,9 procent van de stemmen. Om toch alle macht in handen te krijgen voerde Hitler op 23 maart 1933 een grondwetswijziging door, dit lukte Hitler met de steun van de katholieke Zentrumpartei en de conservatieve DNVP. Met die grondwetswijziging kreeg Hitler de bevoegdheid om vier jaar lang buiten de Rijksdag (het parlement) om te regeren en wetten uit te vaardigen. Dit was het begin van het Derde Rijk. Naar deze machtsovername door Hitler wordt verwezen met de term Machtergreifung. Hitler begon onmiddellijk zijn lang gekoesterde plannen uit te voeren zoals het naar zich toe trekken van alle macht in Duitsland, het weren van Joden uit het openbare leven en de voorbereiding van Duitsland op een veroveringsoorlog. In 1938 annexeerde het Duitse Rijk Oostenrijk (Anschluss) dat sindsdien bekendstond als Ostmark. Op 28 september 1938 wilde het Duitse Rijk Tsjecho-Slowakije aanvallen om Sudetenland te heroveren. Op initiatief van Mussolini werd inderhaast op 30 september het verdrag van München gesloten tussen Hitler, Daladier en Chamberlain, als een stap in de Britse appeasementpolitiek om te proberen de dreigende oorlog af te wenden. Op grond van dat verdrag stond men toe dat Hitler Sudetenland innam, maar hierna moest de Duitse expansie worden stopgezet. In maart 1939 annexeerde Hitler echter alsnog de rest van Tsjecho-Slowakije. In augustus 1939 werd een niet-aanvalsverdag getekend tussen Stalin en Hitler, het Molotov-Ribbentroppact, ook wel het Duivelspact genoemd vanwege de onnatuurlijke aard ervan. Hiermee had Hitler de handen vrij aan het oostfront en kreeg Stalin de gelegenheid tot diverse gebiedsuitbreidingen. Kort daarop, op 1 september 1939, gaf Hitler het bevel Polen binnen te vallen, waarop het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk twee dagen later Duitsland de oorlog verklaarden. Stalin viel na een week Polen aan vanuit het oosten, tot de demarcatielijn zoals overeengekomen in het Hitler-Stalin-pact. Dit luidde het begin van de Tweede Wereldoorlog in. Aanvankelijk wist Hitler het grootste gedeelte van Europa te bezetten, maar bij de aanval op de Sovjet-Unie in 1941 – die meteen een einde maakte aan het Duivelspact – slaagden de Duitsers er niet in Moskou te veroveren. In 1942 hielden de Duitsers nog stand, maar vanaf 1942-1943 keerden de kansen definitief en werd het Derde Rijk in de tang genomen. In de winter van 1944-1945 stonden de geallieerden aan de grenzen van Duitsland en zij trokken vervolgens op naar Berlijn. Nadat duidelijk werd dat de Tweede Wereldoorlog door de nazi's verloren was pleegde Hitler op 30 april 1945 in de namiddag, samen met zijn vrouw Eva Braun, naar alle waarschijnlijkheid zelfmoord in zijn bunker te Berlijn. Ze waren een dag eerder in deze bunker getrouwd. Braun nam vergif in, terwijl Hitler zich door het hoofd schoot. Iets later werden hun lijken naar boven gebracht, in een kuil met benzine gelegd en verbrand. Mogelijk hebben de Russen later Hitlers schedel en de resten van hun lichamen weer opgegraven en naar Moskou gebracht voor nader onderzoek.
Hitler had een innige band met zijn moeder, maar met zijn autoritaire vader lag hij voortdurend in conflict. Alois Hitler had niet meer opleiding genoten dan de lagere school, maar wist toch bij de douane carrière te maken. Op het moment dat hij overleed verdiende hij een salaris dat ongeveer overeenkwam met dat van een directeur van een lagere school. Hitlers vader was een humeurige man, die als grote passie de bijenteelt had en wiens grote wens het was om een eigen huis met een lapje grond te bezitten. Na zijn werk liep hij eerst altijd naar zijn bijenkorven om vervolgens via het café naar huis te gaan. Het gezinsleven lag hem niet; hij was een humeurige en ongeduldige echtgenoot wat nog verergerde na zijn bezoek aan de kroeg. Met name Klara Pölzl moest het ontgelden; ze werd afgesnauwd en ook geslagen. Zeer waarschijnlijk reageerde hij zijn frustraties ook af op zijn oudere kinderen, onder wie Adolf. Klara was geen partij voor haar dominante echtgenoot en kon zowel zichzelf als haar kinderen niet beschermen. Alois Hitler verlangde dat de jonge Adolf in zijn voetsporen zou treden maar deze had daar absoluut geen zin in. Zodoende was Adolf dikwijls het slachtoffer als zijn opvliegende vader weer eens in woede uitbarstte. Ook zijn moeder en zuster Paula kregen de nodige klappen als ze Adolf tevergeefs probeerden te beschermen. Deze gewelddadige jeugd heeft hoogstwaarschijnlijk een negatieve uitwerking op Hitlers karaktervorming gehad. Toen hij ouder werd kreeg Adolf ook last van woede-uitbarstingen waarvan soms ook Paula het slachtoffer werd.[7] Bij zijn latere carrière als dictator zijn velen getuige geweest van Hitlers beruchte woede-uitbarstingen waarbij hij dikwijls helemaal door het lint ging.
Hoewel Hitler enkele jeugdvrienden had, voelde hij zich bij veel mensen nauwelijks of niet op zijn gemak. "Honden zijn mijn enige vrienden", zei hij eens.[bron?] Zelfs August Kubizek, zijn jeugdvriend, zou hij later altijd met het formele Sie (u) aanspreken in plaats van met het informele Du (jij). Overal waar hij kwam toen hij aan de macht was, zou hij volgens ingewijden een "stijve ongemakkelijke atmosfeer" om zich heen verspreiden. Generaals, ministers en partijbonzen die met hem in aanraking kwamen probeerden zich ervoor te hoeden een van Hitlers favoriete onderwerpen aan te snijden. Als dat gebeurde hield Hitler een monoloog die soms wel urenlang kon doorgaan, terwijl zijn gedwongen publiek slechts verveeld kon luisteren. Zelfs Mussolini - zelf gewend het hoogste woord te voeren - werd hierdoor de mond gesnoerd en ergerde zich hieraan.[bron?]
Op tekenen na kon Hitler op de Realschule (te vergelijken met de Nederlandse havo en het tso in Vlaanderen) van Linz,[noten 3] niet goed meekomen. Hij had vanwege zijn afstandelijke gedrag en zijn verlegenheid (in het bijzonder tegenover vrouwen) weinig of geen vrienden. Mogelijk droeg de afstand van een uur lopen tussen zijn woonplaats Leonding en de middelbare school in Linz, eraan bij dat Hitler in een sociaal isolement terecht kwam.[12] Bovendien kelderden zijn prestaties doordat hij nog steeds regelmatig zijn best niet deed. Hij had zeker genoeg intelligentie om de Realschule succesvol te kunnen doorlopen maar Hitlers karakterfout was dat hij bij vakken die hem niet interesseerden hoegenaamd geen enkele inspanning wilde leveren. Zijn lage cijfers schreef hij echter toe aan zijn leraren, die hij als "erudiete apen" omschreef. Slechts de door hem aanbeden geschiedenisleraar Leopold Poetsch bleef verschoond van zijn kritiek (de liefde werd echter niet met goede cijfers beantwoord; "matig" tot "ruim voldoende" was het hoogste dat hij behaalde). Tijdens zijn puberteit werd de jonge Hitler ook voor het eerst en voor het laatst in zijn leven dronken. Een melkmeisje vond hem 's ochtends stomdronken en bracht hem naar huis. Toen hij was bijgekomen zwoer hij nooit meer te drinken. Daar hield hij zich aan, op een enkel glas wijn na. Ook minderde hij zijn vleesconsumptie. Sommige biografen beweren dat hij zelfs geheel vegetariër werd. De meeste bronnen stellen echter dat hij in die periode af en toe toch vlees at in de vorm van Leberknödel, een soort ballen van aardappelen en varkenslever. Dat hij sympathie voor dieren had bleek uit het feit dat zijn regime als een van de eerste in de wereld wreedheid tegen dieren strafbaar stelde en de rituele koosjere slachtmethoden, bedreven door Joden, demoniseerde in propaganda.
In tegenstelling tot voor dieren had Hitler geen enkel medegevoel of empathie voor zijn medemensen en was zelfs volstrekt meedogenloos en wraakzuchtig wat zijn tegenstanders betreft. Mensen waren voor hem hoofdzakelijk middelen die hij al of niet kon gebruiken om zijn gestelde doelen te bereiken. Het is niet duidelijk of de jonge Hitler in zijn jeugd al dit gebrek aan consideratie of zelfs algehele gewetenloosheid vertoonde.[13] In het verlengde van Hitlers gebrek aan inlevingsvermogen ontbrak het Hitler aan relativeringsvermogen en gevoel voor humor. Hitler doorliep de onderbouw van de middelbare school met de grootste moeite en bleef één keer zitten. Nadat zijn vader was overleden wist hij zijn moeder in 1905 eindelijk te overreden hem van school te halen. Op zijn 16e verliet hij de school zonder diploma. Twee jaar lang zou hij zijn dagen in ledigheid doorbrengen, terwijl zijn moeder en zus voor hem zorgden.[14]